De voorbeelden zijn fictief, mocht er enige gelijkenis zijn met iemands emoties of situatie, dan berust dat op toeval.
Eerst moet ik even uitleggen dat vanuit de oudere Oosterse Geneeswijzen duidelijk is geworden dat emoties en organen met elkaar te maken hebben. Bepaalde emoties hebben met bepaalde organen te maken. Bijvoorbeeld angst-nieren, verdriet-longen, boosheid-lever, starheid-dikke darm, zelfvertrouwen-alvleesklier, etc. Dit wordt gebruikt om te vinden welke emotie het betreft.
Een vrouw (26) met een laag zelfvertrouwen
Nadat er eerst is getest op een aantal basisdingen als bijvoorbeeld de eigen identiteit, laat de therapeut haar zeggen: "ik heb zelfvertrouwen". Tja, niet volgens het onbewuste, want de test is zwak.
Er wordt gevraagd (via testen) waar het mee te maken heeft in het nu, in de tegenwoordige tijd. Het blijkt de identiteit te zijn, de eigen identiteit. Als je verder vraagt: de eigen identiteit als moeder.
Dan wordt gezocht naar de emotie. Die blijkt 'op de nier' te zitten en angst te zijn. Op zich weet je nu genoeg om verder te zoeken, je zou nog kunnen uitvragen wat voor angst. Dat blijkt de angst het niet goed te doen als moeder.
Waar komt die emotie van origine vandaan? Welke oude ervaring wordt telkens weer opgewekt? Bij testen komen we uit op het tweede levensjaar. De emotie blijkt niet van cliënte te zijn, maar van haar moeder. De emotie is ook angst. Angst het niet goed te doen. Als moeder. Cliënte was in die periode als kind ziek en moeder was zwanger van het volgende kind. Moeder was bang het allemaal niet goed te doen. Als andere emotie op dat moment wordt ook verdriet gevonden. Verdriet ook van de moeder.
Cliënte blijkt dus op die leeftijd twee emoties te hebben opgepikt van haar moeder en die 'in haar rugzak' te hebben gestopt. Er wordt getest of dit voldoende kennis is om te kunnen integreren en dat gebeurt.
Aan het onbewuste wordt gevraagd of beide emoties goed geïntegreerd zijn. En daarna wordt de ingangszin herhaald: "ik heb zelfvertrouwen". Deze blijkt nu (ook bij herhaling) sterk te testen.
De volgende zin, bijvoorbeeld "Ik heb een goed zelfvertrouwen" of als het zelfvertrouwen nu toch blijkt vooral met de kinderen te maken te hebben "Ik ben een goede moeder", zal tonen of er nog andere onderliggende emoties zijn.
Meestal is dat zo, en kun je dus nog een aantal blokkerende of saboterende emoties wegwerken.
Een kind (10) met hoogtevrees
Ook hier eerst even op identiteit testen, zodat je weet dat de basis klopt. Daarna kun je een ingang bedenken. Na de stappen komen we uit op de babyleeftijd. De emotie blijkt angst, of eigenlijk heftiger: schrik. Er was een acute schrik. De persoon zelf heeft geen idee, de moeder die meegekomen is evenmin. Dus moeten we doorvragen via het onderbewuste om het plaatje duidelijker te krijgen. Het blijkt in de 3e maand te zijn geweest, maar bij moeder nog geen herkenning. Wat zou er gebeurd kunnen zijn? We vragen door en komen uit op een val van de commode. Maar zou moeder zich dat niet herinnerd hebben? We kijken naar moeder, die een rood hoofd krijgt en stamelt: "dat klopt, hij is één keer, in de derde maand, van de commode gevallen. Er werd gebeld en in mijn naïviteit rende ik even naar de deur. Toen ik terugkwam lag ie op de grond. Hij huilde weinig, was wel geschrokken, maar bewoog alles nog. Ik heb er verder niet meer bij stil gestaan. Er leek niets aan de hand, maar ik heb het nooit meer laten gebeuren".
Naast de schrik van patiëntje vinden we ook op dat plaatje de schrik van moeder. Dus hij heeft naast de eigen schrik die van moeder ook nog opgepikt. We integreren, testen nog even ter controle - ook op andere ingangen - en nemen afscheid.
Twee weken later horen we van moeder dat haar zoontje boven in het wandrek zat, zonder enige hoogtevrees.
Een man (30) met problemen met een collega
Deze man heeft een hekel aan een collega die hem niets heeft misdaan. Telkens als hij hem ziet krijgt hij een boos gevoel naar de ander. Hij mag hem niet, maar hij begrijpt niet waarom. Ze hebben nooit iets gehad. Hij heeft geen reden om boos te zijn.
Als ingang wordt gekozen voor de volledige naam van die collega. Je zou nog kunnen kijken op alleen de voornaam of alleen de achternaam, maar we willen nu vooral snel resultaat. De emotie blijkt boosheid en heeft te maken met een ander in het huidige plaatje, in het nu. Maar dat wisten we al, dat had de cliënt al verteld. Dus op zoek naar de oorzaak. Dat blijkt niet eens zo heel ver terug. Het bleek rond het 17e. De emotie die we vinden is boosheid, van hemzelf, die te maken heeft met een ander. Dat lijkt dus op de huidige situatie. Het zou genoeg kunnen zijn om te integreren, maar natuurlijk zijn we nu nieuwsgierig waar het mee te maken heeft, wie die ander is. Omdat het onderbewuste alleen maar 'ja' en 'nee' kan testen, moeten we dus een flink aantal vragen stellen. Het blijkt te maken te hebben met de voetbalclub waar hij destijds op zat. En het had te maken met iemand uit zijn eigen team. We lopen namen langs die hij zich herinnert en komen zo uit op Piet Nolens. Bij herhaling blijkt dit de persoon te zijn waar het om gaat.
Er wordt geïntegreerd en het blijkt oké. De naam van Piet Nolens kan gezegd worden en ook de naam van de collega. De test blijft sterk. De namen lijken niet op elkaar. Wat heeft dan dat oude emotionele litteken figuurlijk open gekrabd? Het wordt gevraagd. Cliënt denkt na, en begint te lachen: "ze hebben dezelfde oren, de gezichten lijken op elkaar; dat ik dat niet heb gezien".
Later horen we dat cliënt vrienden is geworden met de collega waar hij problemen mee had. Heel goede vrienden zelfs.
Een kind (7) met gedragsproblemen
Omdat de voorkeur uitgaat naar het eerst testen van de moeder, beginnen we daarmee. Nadat moeder goed test op zichzelf, wordt de openingszin "Ik accepteer mijn kind". De test is zwak. Daarbij kun je je voorstellen dat als je onbewust je kind niet accepteert, dat er een spanningsveld ontstaat waaruit problemen kunnen voortkomen. Maar geen beredeneer, we gaan testen:
De emotie die we vinden is teleurstelling. Teleurstelling als emotie van de moeder van moeder, wat weer te maken had met het feit dat moeder een dochter was en geen zoon. Er worden nog wat emoties gevonden die van belang zijn en het wordt allemaal geïntegreerd. Daarna test moeder sterk op "Ik accepteer mijn kind" en even later ook op "Ik accepteer mijn kind zoals het is". Ze komt nog een keer terug voor zichzelf, omdat ze verrast is over wat er boven komt en er is nog wel wat bij haarzelf 'weg te werken' meent ze. Bij het volgende consult blijkt dat de problemen vrijwel weg zijn. Het gedrag van het kind is niet alleen thuis, maar ook buitenshuis sterk verbeterd. Wonderlijk.
(De band tussen moeder en kind blijkt dusdanig belangrijk, dat dat alleen al gedragsproblemen kan veroorzaken als daar emotioneel iets in de weg zit. En dit komen we meer dan eens tegen; en het is ook logisch).
Iemand (42) die nooit hoge cijfers haalt
Deze persoon heeft een pittige opleiding, maar heeft dat bereikt met altijd gemiddelde cijfers. Nooit waren de cijfers echt hoog. En eigenlijk ook nooit echt laag. Dit is overigens niet het probleem waarvoor de persoon kwam. Het was een sessie in het kader van de opleiding tot NEIpractitioner, waarbij op die avond twee mensen elkaar de hele avond testten n.a.v. het naderende examen. Dus werd er op alles getest wat er op dat examen zou kunnen gebeuren en op alles wat het resultaat zou kunnen zijn. Immers, als je OK bent met alles, ben je het meest ontspannen en is de kans het grootst dat je een examen haalt. Zo ook hier.
Dus werd er getest op het halen van een tien, maar ook op het halen van een 1. En op een gigantische chaos tijdens het examen. En op allerlei storingen en hindernissen. Je kon het zo gek niet bedenken of er werd op getest. Ladingen emotionele blokkades kwamen naar boven en werden geïntegreerd.
Toen het examen kwam, bleek het goed dat overal op getest was. Het examen was vrijwel niet te doen, er was enorme tijdsdruk, er waren veel te veel vragen en veel te veel antwoorden, mensen gingen door het lint, etc. etc.
Deze persoon bleek het twee na hoogste cijfer te hebben gehaald van 120 man ! En opeens realiseerde hij zich - met de sessie nog in het achterhoofd - dat hij zijn hele jeugd te horen had gekregen dat hij niets meer of minder was dan een ander. Zo had hij zich in zijn cijfers dus ook altijd gedragen. Nu was hij daarvan bevrijd door testen op een examen.......
(je kunt soms heel belangrijke blokkades of sabotages weghalen door relatief onbelangrijke dingen te behandelen; omdat ze in het verleden een onverwerkte emotie delen; een voorbeeld is het volgende)
Ineens kon ze (35) er over praten
Deze vrouw kwam voor relatief kleine dingen, die desalniettemin wel in de weg zaten. Ze wilde er vanaf. Met een aantal sessie lukte dat ook goed. Maar tijdens wat de laatste sessie had zullen zijn, kwam ze ineens met een verrassing. Ze vertelde dat ze zo'n 15 jaar geleden verkracht was en daar nog nooit over had gesproken. En nu ineens kon ze er over praten. En ze vroeg of daarop getest kon worden om te kijken wat daar nog opgeruimd kon worden. Natuurlijk zaten daar nog dingen, maar niet eens echt heftige. In de eerdere sessies waren we regelmatig uitgekomen op emoties als angst, ingehouden verdriet, woede, niet kunnen loslaten, en dergelijke. Waarschijnlijk hadden die emoties ook aan de grondslag gelegen van de emoties die door de verkrachting opnieuw waren geactiveerd. Door die basis weg te halen, waren tegelijkertijd die emoties rond de verkrachting weg gehaald. Daardoor kon ze er ineens -zelfs normaal - over praten. En was het nu een kwestie van het restant ook opruimen.
(dit soort dingen komen vaker voor. En het is eigenlijk ook logisch. Meerdere gebeurtenissen krabben dezelfde oudere littekens open. Daarom worden ze ook steeds vervelender. En we weten dan niet bewust wat er allemaal in het spoor zit van die emotie, alleen maar dat die nu in de weg zit.)
Ook bij de andere therapie was er niets meer
Vele maanden achtereen was een andere therapeut bezig geweest met de periode van de zwangerschap, toen cliënt in de baarmoeder zat, te behandelen. Er was weinig voortuitgang. Cliënt was behoorlijk belast al vanaf de verwekking/bevruchting en het had ons verstandig geleken om alle emoties die in die baarmoederperiode waren ontstaan weg te halen. Het leek onbegonnen werk, maar na een aantal sessies (eens per maand 2 uur) was er niets meer over. En er waren in die periode ook belangrijke veranderingen zichtbaar. Je zag cliënt opbeuren, weer tot leven komen. Er begon letterlijk een nieuw leven. De mooiste bevestiging kwam echter van de andere kant. De therapeut die op een andere manier die periode benaderde - en niets wist van wat we gedaan hadden - was verbaasd dat er niets meer was........
(Het mooie met NEI is, dat je niet diep op de dingen hoeft in te gaan. Het is vaak voldoende om de emotie en de tijd van 'ontstaan' te weten om te kunnen integreren. Daarom is er ook geen spraken van graven of spitten. En het is niet nodig om emotionele situaties te creëren.
Wel gebeurt het soms dat mensen emotioneel worden terwijl ze geen idee hebben waarom. Dat is dan de oude emotie die wordt geraakt en verwerkt. Daarna is het ook weer over. )
Ik wil dat je het belangrijkste weg haalt
Het was een raar verzoek. Maar aan de andere kant, waarom niet? In dit geval was het lastig om een ingangszin te nemen, dus werd er direct aan het onderbewuste gevraagd om de belangrijkste blokkerende emotie van dat moment. Het nadeel daarvan kan zijn dat het een emotie kan zijn die te maken heeft met wat vandaag is voorgevallen, het voordeel dat je een heel belangrijke emotie kunt pakken. Als je eerst checkt of er acute stress is (stress door een recente gebeurtenis), dan is de kans op het eerste al kleiner. Nadeel voor de therapeut is dat je helemaal moet vertrouwen op het onderbewuste en geen controlemogelijkheden hebt anders dan het onbewuste. Maar het werkte. Er kwamen emoties en momenten door het testen naar boven die door cliënte werden herkend en die achteraf belangrijk bleken. Zo kan het dus ook.
En soms willen mensen niet dat een ander weet (ook de therapeut niet) waar het om gaat.
Ik wil dat je iets weghaalt, maar ik wil er niets over vertellen
Dat lijkt moeilijker dan het is. In dit geval liet de therapeut cliënt denken aan het voorval waar het over ging, of de gebeurtenis waar het over ging. "Ga even helemaal in die situatie, doe alsof je er middenin zit". En op dat moment kun je testen welke emotie er naar boven komt. Je vraagt waar het primair mee te maken heeft (materie, persoon, identiteit of spiritualiteit), gaat terug naar de eerste keer, vraagt van wie de emotie is en of het voldoende is om te integreren. Meestal werkt het onderbewuste mee in zo'n situatie en mag je het integreren zonder dat je er iets van weet. Het onbewuste weet het immers wel.
En zo was deze cliënt na twee consulten bevrijd van wat er in de weg zat, en liet de therapeut achter met vraagtekens.
Ik (55) wil stoppen met roken, maar het lukt niet.
Achter stoppen met roken zitten vaak emotionele oorzaken. Soms zitten ze op het moment dat het roken begonnen is, stoppen met roken zorgt ervoor dat ze naar boven komen en je je onprettig voelt, dus ga je door. Ik maakte ook mee dat een paar keer als iemand stopte er iets met een naaste gebeurde, waardoor dat werd geassocieerd met stoppen en het niet lukte. En ook wordt roken vaak gebruikt om meer zelfvertrouwen te voelen, of erbij te horen. Stoppen ondermijnt dan dat (oude) plan.
Omdat de therapeut vermoedde dat een deel van de roker wilde stoppen en een ander deel niet, begon hij met een oefening uit de NLP om die twee delen het eens te laten worden, het eens te laten worden wat ze goed voor de cliënt vonden. Cliënt vond het raar, maar deed mee. En de twee delen werden het eens.
Daarna begon de therapeut met een groot aantal zinnen te laten zeggen door cliënt, om te zien waar sabotage zat. De emoties werden erbij gevonden, en er werd geïntegreerd. Het volgende consult vond niet plaats, want wat cliënt nooit gelukt was, kon nu wel: hij rookte nog maar 2 sigaretten per dag en had zich voorgenomen dat na een week helemaal te stoppen. Hij dacht dat het geen probleem zou zijn, hoe gek ook na alle vorige pogingen.
Ik wil begeleiding (35) bij het stoppen met roken
Deze keer gebeurde het minder uitgebreid dan bij bovenstaand verhaal, omdat de persoon wilde stoppen, nog niet zo lang rookte, maar er niet zeker van was dat het zou gaan lukken. (De cliënt in het eerdere verhaal was het gewoon nooit gelukt.). Er werden een aantal ingangszinnen genomen zoals "ik kan stoppen met roken", "ik wil stoppen met roken", "het is goed voor mij te stoppen met roken"(test echt niet altijd sterk!), etc.
De dag dat er gestopt zou worden stond cliënte op met een gevoel van "ik hoef niet meer te roken, wat lekker".......
(Het lukt uitstekend om verslavingen met NEI aan te pakken, maar de cliënt(e) moet het wel willen. Soms moet je er langer voor behandelen dan de andere keer. Soms is één keer dus voldoende, maar soms heb je veel meer sessies nodig. Vergeet ook niet dat in de loop der tijd er allerlei emoties juist aan dat roken zijn gaan vastzitten. Of heel veel emoties die juist door het roken niet zijn verwerkt.
Zo zijn antidepressiva ook nogal eens de reden dat emoties niet worden verwerkt. Op zich zou dat je ellendig doen voelen, maar de pillen houden de schijn op dat het niet zo is. Als je stopt, moeten die emoties echter alsnog worden verwerkt. Dus komen er emoties die we niet wilden, dus slikken we maar door. Al te vaak onder druk van de omgeving die niets met die emoties kan.)
Ik (33) voel me onzeker bij sollicitaties
Deze cliënte gaf aan dat ze zich bij sollicitaties erg onzeker voelde. Ze had zelf bij een vorige werkgever ontslag genomen en het lukte niet een nieuwe baan te krijgen, ook al niet omdat ze zich onzeker voelde en ook zo over kwam. Ze liet zich ook snel onderuit halen als mensen wat te kritisch werden bij de vragen.
De therapeut begon met eerst een aantal ingangszinnen te laten zeggen omtrent het zelfvertrouwen op zich. Dat leverde al een aantal emoties op die in jongere jaren niet goed waren verwerkt; deels waren het emoties die van haar vader waren opgepikt. Cliënte had een sterke band met haar vader gehad. Daarna werden allerlei ingangen bedacht rond de sollicitatie, als "ik vind solliciteren leuk", "ik voel me krachtig en in balans als ik solliciteer", "ik ben de beste voor die baan", "ik heb altijd het juiste antwoord op de vragen die ik krijg". en dergelijke. De therapie besloeg in dit geval een vijftal sessies en elke keer als cliënte terugkwam, zag ze er sterker en zelfverzekerder uit. Ze bleek bij de gesprekken ook steviger van zich af te bijten en meer kracht uit te stralen. Dit was haar zelfs letterlijk gezegd: "u komt krachtig en zelfverzekerd over".
En het mooiste was natuurlijk nog dat ze was aangenomen. Dat maakt het werk leuk!